Ga naar de inhoud

“We moeten als beroepsgroep starten met kijken naar de meerwaarde van data”

Tijdens zijn stage kreeg Luuk Smeekens al mee hoe hij meetinstrumenten moest invoeren in het EPD. Na zijn afstuderen ging Luuk direct aan de slag als fysiotherapeut in de eerstelijn en breidde zijn takenpakket uit als kwaliteitsmanager.

“We zijn data gaan gebruiken om te kijken hoe we het deden als praktijk, om vervolgens gericht te kunnen sturen op kwaliteitsverbetering en om te leren van en met elkaar tijdens intercollegiale bijeenkomsten.”

foto van Luuk Smeenkens

Wat was jouw motivatie om met dataverzameling aan de slag te gaan?

“Dat je dingen in maat en getal terug kunt zien, kunt objectiveren en kunt gebruiken als input om te reflecteren op je eigen handelen. Met data kun je dat bewerkstelligen, op geaggregeerd niveau. Door reflectie en inzicht in je eigen performance kun je de kwaliteit van je handelen verbeteren. Naast het gebruik van data op meer geaggregeerd niveau, heb ik gaandeweg steeds meer geleerd hoe je data ook kunt gebruiken in het directe patiëntencontact. Bijvoorbeeld als input voor het gesprek met de patiënt, door ze van tevoren vragenlijsten te laten invullen. Dat kan waardevol zijn als aanvulling op je anamnese. Maar je kunt het ook gebruiken om het verloop van de behandeling inzichtelijk te krijgen, om patiënten positief te bekrachtigen; een stukje patiënt empowerment Patiënten vinden het soms lastig in te schatten hoe erg ze vooruit zijn gegaan. Met data kun je laten zien dat iemand eerder een 6 scoorde op de pijn en inmiddels nog maar op een 3 zit. Verder kun je data ook gebruiken als inrichting voor de behandeling en als ondersteuning voor beslismomenten; moet ik doorgaan met de behandeling of niet? Zijn er nog behandelbare grootheden of moeten we bijvoorbeeld een ander pad inslaan? Data is een middel waarmee je veel dingen vorm kunt geven.”

Waar helpt data jou om je werk beter te maken, nu en in de toekomst?

“Persoonlijk denk ik dat als je een intrinsieke reden hebt om data te verzamelen je pas de meerwaarde gaat en kunt zien. Ik geloof dat die meerwaarde er zeker is. Of er kan zijn. Het is zonde dat we als therapeuten allerlei data verzamelen maar er nauwelijks iets mee doen.  Zo is de afgelopen jaren de hoeveelheid verzamelde en beschikbare data in de landelijke registratiesystemen zoals het LDF behoorlijk toegenomen, maar we gebruiken data (nog) niet of nauwelijks om de kwaliteit van ons handelen te verbeteren. Vanuit die interesse heb ik als fysiotherapiewetenschapper voor mijn masterscriptie – samen met IQ- HealthCare (dat onderdeel is van het Radboud in Nijmegen) – onderzoek gedaan naar het gebruik van gezondheidsuitkomsten (data) binnen de eerstelijns fysiotherapie. Van mijn masterscriptie gaat een artikel gemaakt worden dat ingediend gaat worden voor publicatie bij een internationaal peer-reviewed tijdschrift.”

Hoe ervaar jij het invoeren van data?

“Ik ben ervan overtuigd dat als je weet waarom je data verzamelt en de meerwaarde onderkent, je meer gestimuleerd bent om te zoeken naar mogelijkheden om dataverzameling en het invoeren van data efficiënter vorm te geven. Data invoeren kost tijd, maar ik zie het als onderdeel van mijn werk. Binnen onze praktijk proberen we het verzamelen en de invoer van data zo efficiënt mogelijk vorm te geven door bijvoorbeeld standaard van tevoren vragenlijsten op te sturen. Het front office weet precies welke vragenlijst bij een bepaalde klacht opgestuurd moet worden. Dat scheelt al bij het invoeren in het EPD. Hetzelfde doen we met meetinstrumenten tijdens de behandeling. Ook die proberen we zoveel mogelijk online op te sturen. Uiteraard moet het EPD dat wel kunnen, maar bij ons kan dat. EPD-specificaties zijn belangrijk in hoe efficiënt data verzameld kan worden en hoeveel tijd en moeite het kost om data in te voeren. Dit kwam ook als belangrijke bevorderende of belemmerende factor uit mijn onderzoek. Daarnaast denk ik dat sommige vragenlijsten korter kunnen en meer toegespitst mogen zijn op de situatie van de patiënt. Daar wordt aan gewerkt, bijvoorbeeld met de ontwikkelingen rondom de PROMIS-CAT.”

Gaat dat altijd goed?

“Niet iedereen vult thuis de vragenlijsten in. Sommige mensen zijn digitaal niet vaardig of snappen de taal niet waardoor online vragenlijsten niet altijd goed ingevuld worden. Als dat het geval is nemen stagiaires de meetinstrumenten of vragenlijsten bijvoorbeeld samen met de patiënt door. We proberen in ieder geval altijd te kijken naar oplossingen en manieren om data te verzamelen, waarbij genoeg tijd overblijft voor de behandeling met de patiënt Tijdgebrek is een belangrijke belemmerende factor die vaak genoemd wordt bij dataverzameling Bij het vergoedingsmodel dat we nu hanteren binnen de eerstelijns fysiotherapie en het beperkte aantal zittingen in de meeste verzekeringspakketten staat dataverzameling daarom zeker niet altijd bovenaan. Veel therapeuten geven de voorkeur aan behandeltijd en bezig zijn met de patiënt. Dat is vaak wat zij zelf prefereren, maar ook wat patiënten verwachten. Maar ik ben ervan overtuigd dat dataverzameling ook belangrijk is. Daarom denk ik dat het een uitdaging is voor iedere praktijk om goed te kijken hoe werkprocessen rondom dataverzameling en invoer van data zo efficiënt mogelijk kan verlopen en deze processen vervolgens onderdeel te laten worden van de dagelijkse workflow. Met (het gebruik van) data kun je namelijk de kwaliteit van zorg verbeteren en dat is uiteindelijk wat iedere therapeut en patiënt wil.”

Wat zou dataverzameling kunnen betekenen voor jou als fysiotherapeut en als praktijk?

“Voor mij persoonlijk betekent het bijvoorbeeld dat ik data kan inzetten in het directe patiëntencontact, maar ook dat ik het op meer geaggregeerd niveau kan gebruiken als input voor het leren van en met elkaar. Tijdens bijvoorbeeld intervisie en peer-review bijeenkomsten. Voor de praktijk kan het een waardevol middel zijn om inzicht te krijgen in de eigen performance, om de praktijk te vergelijken met andere praktijken en om bepaalde indicatoren te gebruiken om gericht te sturen op kwaliteitsverbetering binnen de eigen organisatie.”

En voor de beroepsgroep?

“Voor de positionering van de beroepsgroep kan data waardevol zijn omdat je de kwaliteit van ons eigen handelen als beroepsgroep inzichtelijk kan maken. Zo zijn er recent onderzoeken gedaan die aantonen dat fysiotherapie bij kan dragen aan een betere kwaliteit van leven. Dat kun je alleen hard maken middels bepaalde data. Kijkend naar de zorg in zijn geheel kan data ook helpen om kostenbesparend te zijn.  Als je met data bijvoorbeeld de waarde van onze behandeling kunt aantonen, kun je mogelijk meer substitutie krijgen van duurdere tweedelijnszorg naar paramedische zorg binnen de eerstelijns fysiotherapiepraktijk.” Ik denk vooral dat het belangrijk is dat we we als beroepsgroep anders naar data moeten gaan kijken, het niet zien als controlemiddel en starten met het kijken naar de meerwaarde.”

Interviews andere therapeuten over data

“Hoe mooi zou het zijn als je dankzij data een kwaliteitshuis hebt staan waardoor je zelf bepaalt wat goede fysiotherapie is”

Aan het woord is Paul Metselaar die al meer dan tien jaar data verzamelt en de processen voor zijn praktijk…

“Dankzij data kun je behandelingen gerichter toepassen”

Johan Bos is een ervaren sportfysiotherapeut. ‘Dankzij data kun je behandelingen gerichter toepassen’

“Als je het vak fysiotherapie een toekomst wilt bieden, moet je aan kunnen tonen welke goede dingen we doen”

Sigrit de Jongh is coördinator van Beweegzorg NoordWest (BNW), studeerde af als fysiotherapeut en stapte na een paar jaar over…