Masterthesis over complexiteit in casuïstiek
Onderzoek toont aan dat omgaan met patiënten met psychosociale problematiek belastend is voor de zorgverlener.
Klik op de afbeelding om de hele poster te zien.
Startende psychosomatisch fysiotherapeuten zijn nog in ontwikkeling van algemeen fysiotherapeut naar psychosomatisch fysiotherapeut, maar krijgen al dagelijks te maken zware problematiek in de eerstelijns praktijk. Door veranderingen in de Nederlandse samenleving neemt de complexiteit in de zorg(vraag) voor de psychosomatisch fysiotherapeut (PSF) toe. Het aantal patiënten met multifactoriële problematieken neemt toe door de stijgende prevalentie van mensen met multi morbiditeit, chronische klachten en de toenemende mate van stress. Daarnaast vraagt de druk op de tweedelijnszorg, waaronder de GGZ, om een verschuiving in het zorglandschap. Dit zorgt voor een toenemend aantal mensen met een (complexe) zorgvraag voor de PSF en de verwachting is dat dit verder zal toenemen.
Uit eerder onderzoek blijkt dat het behandelen van patiënten met psychosociale problematiek of persoonlijkheidsproblemen uitdagend is en zorgt voor kwetsbaarheid van de zorgverlener. Bijvoorbeeld: (te) veel empathie tonen kan leiden tot zogenoemde ‘’empathische vermoeidheid’’. Andere onderzoeken laten zien dat het inleven in de belevingswereld van de patiënt kan zorgen dat de therapeut de emoties van de patiënt gaat voelen. Dit verhoogt het risico op een toename van empathische uitputting bij therapeuten. Er bestaat een associatie tussen burn-out bij fysiotherapeuten en het contact met patiënten met distress.
De startende PSF is nog in ontwikkeling van algemeen fysiotherapeut naar PSF, maar krijgt al dagelijks te maken met psychosociale problematiek en complexe casussen. Dit onderzoek heeft in kaart gebracht wat startende PSF verstaan onder complexiteit in casuïstiek en hoe zij het ervaren om hiermee om te gaan.
Uit de analyse van interviews blijkt dat percepties van startende PSF van complexiteit in casuïstiek niet in één definitie kunnen worden gevat. Complexiteit is een combinatie van factoren. Des te meer factoren er meespelen en des te meer deze factoren elkaar beïnvloeden, des te hoger de complexiteit. Factoren die complexiteit bepalen zijn gericht op: de casus inhoudelijk, de patiënt (cognities, emoties, gedrag, persoonskenmerken) en het effect hiervan op de therapeut.
Therapeuten ervaren complexiteit als belastend en intensief, maar ook als leuke puzzel. De kunst is om de balans te houden tussen complexiteit enerzijds en manieren om hiermee om te gaan anderzijds (zie figuur op de poster). Strategieën en competenties die genoemd worden om te kunnen omgaan met complexiteit zijn bijvoorbeeld: ‘inchecken’ bij zichzelf, spanning (h)erkennen en reguleren en even stil staan of gaan wandelen. Beschikbare tijd gedurende de werkdag wordt genoemd als belemmerende factor. Therapeuten voelen niet de tijd om de genoemde zelfzorg-methodes toe te passen. Zowel dit onderzoek als eerdere studies bevelen therapeuten aan zich bewust te blijven van hoe zij zich voelen en hierop te reflecteren. Als de complexiteit te hoog wordt, komt de therapeut terecht in uitdagingen en kost het te veel energie.
Met het oog op de toenemende complexiteit voor de PSF wordt geadviseerd om dit onderwerp verder te onderzoeken en aandacht voor te hebben binnen de beroepspraktijk. Er is namelijk noodzaak om overbelasting van de therapeut te voorkomen.
Bent u benieuwd naar de hele masterthesis, naar de gebruikte literatuur of wilt u verder sparren over dit onderwerp? Neem contact op met Charlot Ruhe via charruhe@gmail.com.