Ga naar de inhoud

Tweede Kamer bespreekt uitstroom fysiotherapeuten

Op 21 mei heeft Kamerlid Daniëlle Jansen (Nieuw Sociaal Contract) in de Tweede Kamer haar zorgen geuit over de hoge uitstroom van jonge fysiotherapeuten uit het vak.

Dit naar aanleiding van een artikel in Tubantia dat beschrijft dat veel fysiotherapeuten vroegtijdig het beroep verlaten, vaak al na drie tot vijf jaar. Deze trend, die zich niet alleen in Twente maar in heel Nederland voordoet, wordt voornamelijk toegeschreven aan de mogelijkheid om buiten het vak meer te verdienen, wat weer het gevolg is van de lage tarieven voor fysiotherapie.

Jansen benadrukte dat de uitstroom leidt tot een tekort aan fysiotherapeuten, wat op termijn kan resulteren in wachtlijsten en zelfs gesloten deuren voor patiënten. Dit tekort zou ook de multidisciplinaire zorg in wijksamenwerkingsverbanden onder druk zetten. Jansen vroeg de minister of zij de uitstroom herkent en wat zij vindt van de lage tarieven die volgens de fysiotherapeuten en hun vakbond mede de oorzaak zijn van het probleem.

Reactie van de minister

Minister Dijkstra voor Medische Zorg erkende het probleem en bevestigde dat de hoge uitstroom van jonge fysiotherapeuten bekend is. “Jonge fysiotherapeuten zijn de toekomst voor de zorg en spelen een belangrijke rol in het versterken van de eerstelijnszorg en het ontlasten van de tweede lijn,” aldus de minister.

De minister benadrukte dat de onderhandelingen tussen fysiotherapeuten en zorgverzekeraars vaak moeizaam verlopen. Zij pleitte voor een constructieve dialoog en gaf aan dat er mogelijkheden zijn voor gezamenlijke onderhandelingen tussen fysiotherapeuten en zorgverzekeraars, zoals blijkt uit een verkenning met IZA-partijen en de ACM.

Om de positie van fysiotherapeuten te verbeteren, werkt de minister samen met het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan een traject naar een passende aanspraak op fysio- en oefentherapie. Ofwel, het volledig of bijna volledig opnemen van fysiotherapie in de basisverzekering. Dit zou een positief effect kunnen hebben op het contracteerproces, de tarieven, het toezicht en de ontwikkeling van een cao, aldus de minister. Het advies hierover wordt eind 2024 verwacht.

De minister gaf verder aan dat het versterken van de onderhandelingsmacht van kleine zorgaanbieders een prioriteit is. Ze zal blijven inzetten op een constructieve dialoog tussen fysiotherapeuten en zorgverzekeraars om tot betere afspraken te komen. Daarnaast benadrukte zij het belang van de fysiotherapeuten binnen het Integraal Zorgakkoord (IZA) en de Visie eerstelijnszorg 2030.

Standpunt KNGF

Het KNGF vindt dat de NZa de aangewezen instantie is die moet ingrijpen in de tarieven voor fysiotherapeutische behandelingen. KNGF-voorzitter Lodi Hennink licht dit standpunt binnenkort nader toe.

Het laatste nieuws