Ga naar de inhoud

Wetenschapsrapporter – maken de locatie en techniek uit?

Een vraag die zeer vaak terugkomt tijdens discussies onder manueel therapeuten is: welke techniek moet toegepast worden en op welk segment?

fysio deelt visite kaartje uit

Een veelgehoord argument is dan dat het antwoord op die vraag op basis van de werkingsmechanismen niet uit zou moeten maken (hier duiken we later verder op in). Maar, tegelijkertijd is het ook belangrijk dat je vaardig bent in de techniek, zodat het veilig en efficiënt gedaan kan worden, ook als je denkt aan contextuele factoren. Vandaag bekijken we een review van onder andere Caspar Nim en Chad Cook, over de beschikbare evidentie ten aanzien van techniek en niveau.

Deze systematische review had als doel om de effectiviteit van SMT bij de behandeling van musculoskeletale, spinale pijn te onderzoeken. De studie richt zich ook op de vraag of de manier waarop SMT wordt toegepast (zoals specifieke locatie, kracht en regio) invloed heeft op de vermindering van pijn en verbetering van functie bij volwassenen. De review omvat een netwerk-meta-analyse van 161 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s) met in totaal 11.849 deelnemers. De resultaten zijn geanalyseerd in termen van pijnintensiteit en functie, op de korte en lange termijn.

De resultaten tonen aan dat de meeste SMT-procedures vergelijkbaar of zelfs beter effect hadden dan andere aanbevolen behandelingen. De verschillen tussen de verschillende SMT-toepassingen zelf waren echter klein en niet klinisch relevant. Die uitkomst suggereert dat de specifieke manier waarop SMT wordt toegepast, zoals de gekozen wervelkolomsegmenten of de kracht van de thrust, minder invloed heeft dan soms word aangenomen.

De discussie laat zien dat in meer dan 90% van de gevallen van spinale pijn geen specifieke oorzaak kan worden vastgesteld. Dan is het moeilijk om te veronderstellen dat specifieke SMT-technieken effectiever zijn dan een algemenere aanpak. De studie wijst erop dat de effecten van SMT vooral gerelateerd lijken aan algemene en niet-specifieke benaderingen. Dat lijkt in lijn met wat we tegenwoordig weten over werkingsmechanismen, zoals centrale neuro-immunologische effecten. De auteurs adviseren dat zorgverleners zich minder moeten richten op specifieke applicatieprocedures en meer op de voorkeur en het comfort van de patiënt.

De conclusies van deze studie suggereren dat de gemiddelde effecten van SMT voor pijn en functie onafhankelijk zijn van de specifieke toepassingstechnieken. Clinici worden aangemoedigd om SMT-methoden te kiezen op basis van hun eigen voorkeuren en die van de patiënt, met de nadruk op veiligheid en comfort. Deze conclusie lijkt sterk te passen bij huidige richtlijnen van het KNGF/de NVMT en geeft bovendien alle ruimte voor zowel specifieke als meer algemene technieken, die passend zijn voor therapeut en patiënt.

Bron: Nim, C., Aspinall, S. L., Cook, C. E., Corrêa, L. A., Donaldson, M., Downie, A. S., Harsted, S., Hansen, S., Jenkins, H. J., McNaughton, D., Nyirö, L., Perle, S. M., Roseen, E. J., Young, J. J., Young, A., Zhao, G. H., Hartvigsen, J., & Juhl, C. B. (2025). The Effectiveness of Spinal Manipulative Therapy in Treating Spinal Pain Does Not Depend on the Application Procedures: A Systematic Review and Network Meta-analysis. The Journal of orthopaedic and sports physical therapy, 55(2), 109–122. https://doi.org/10.2519/jospt.2025.12707

Het laatste nieuws

Vrijdag 14 en 21 november 2025: NVMT-symposiums

Leren en ontwikkelen

Jouw praktijk op de foto?

Praktijkzaken