Ga naar de inhoud

Veelgestelde vragen Kwaliteitskader

Een kwaliteitskader beschrijft wat de beroepsgroep, patiënten en zorgverzekeraars goede zorg vinden. Ook is vastgelegd hoe die zorg is georganiseerd en wat de toekomstplannen zijn. Het kader vertelt wat patiënten mogen verwachten en is belangrijk voor het houden van toezicht, het afleggen van verantwoording en voor het regelen van inkoop en afsluiten van contracten voor de zorg. Er zijn verschillende zorgbranches die al een kwaliteitskader hebben, zoals de medische zorg, wijkverpleging en ambulancezorg. Het is een krachtig middel om onze positie in het zorgstelsel sterker te maken.  

Het Kwaliteitskader Fysiotherapie en Oefentherapie is een beleidsdocument waarin staat hoe fysiotherapeuten en oefentherapeuten hun werk moeten doen om goede zorg te bieden. Het doel is ervoor te zorgen dat de behandelingen veilig en effectief zijn, en dat patiënten goede resultaten behalen. Het kader legt de nadruk op het meten en verbeteren van deze resultaten, het goed luisteren naar de patiënt, samenwerken met andere zorgverleners en altijd blijven leren als fysiotherapeut. Door het kwaliteitskader te volgen, kunnen fysiotherapeuten hun werk steeds beter maken, zodat mensen zeker weten dat ze goede zorg krijgen.

Het Kwaliteitskader beschrijft het kwaliteitsbeleid wat we al jaren met elkaar volgen. Het is de basis van het Kwaliteitshuis met een individueel register en een Praktijkregister met twee opties. 
Het laat zien hoe professioneel onze beroepsgroep inmiddels werkt. Tegelijkertijd is het kader de basis voor continue ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van de fysio- en oefentherapeutische zorg. 

Nieuw in dit kader is de afspraak dat uiterlijk in 2030 iedere praktijk geregistreerd staat in het Basispraktijkregister. 

Vorig  jaar hebben de leden ingestemd met de verdere ontwikkeling van het Kwaliteitshuis. Het Kwaliteitshuis is een onafhankelijk kwaliteitsregister waarin we samen met de beroepsgroep de kwaliteit van fysiotherapeutische zorg in Nederland stimuleren, beheren en borgen. Het Kwaliteitshuis bestaat uit een Individueel Register en een Praktijkregister met twee niveaus.
Het Kwaliteitskader is een beleidsdocument waarin staat beschreven wat de beroepsgroep, patiënten en zorgverzekeraars verstaan onder kwalitatief goede zorg en hoe we dat gaan meten, verbeteren en borgen. Het beleid in het Kwaliteitskader is de basis van het Kwaliteitshuis. 

In 2016 is de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz) van kracht geworden, een wet waar wij in de dagelijkse praktijk allemaal aan (moeten) voldoen. Hiermee wil de overheid kwaliteit van zorg borgen en zichtbaar maken (transparantie). In die tijd zijn ook de eerste stappen gezet richting het Kwaliteitskader, een instrument om kwaliteit van zorg zichtbaar te maken. Daarnaast komt in allerlei ontwikkelingen om ons heen naar voren dat de maatschappij, waaronder de overheid en zorgverzekeraars, de individuele zorgverlener meer moet vertrouwen en er minder op controle moet worden gestuurd. Hiervoor zijn spelregels nodig. Het is nodig om met elkaar af te spreken waar fysiotherapeutische of oefentherapeutische zorg aan moet voldoen. En dat wordt bepaald samen met alle partijen die betrokken zijn bij de fysiotherapeutische en oefentherapeutische zorg. 
Om die reden gaf de overheid de opdracht aan KNGF, SKF, VvOCM, Patiëntenfederatie en zorgverzekeraars om een kwaliteitskader te ontwikkelen, onder begeleiding van het Zorginstituut.

Dit Kwaliteitskader is opgesteld vanuit de principes van passende zorg. Passende zorg is een oplossing om de zorg toekomstbestendig, toegankelijk en betaalbaar te maken. Patiënten vragen hier om en zorgverzekeraars hebben de opdracht om passende zorg in te kopen. Deze vier principes zijn leidend:

  • is waardegedreven,
  • komt samen met en gezamenlijk rondom de patiënt tot stand,
  • is de juiste zorg op de juiste plek en
  • gaat over gezondheid in plaats van ziekte.

Het uitgangspunt bij  dataverzameling is  dat zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van al bestaande systemen met waarborgen voor veiligheid en beheer. Het is belangrijk  toe te zien op de kwaliteit van deze data, om te voorkomen dat er conclusies worden getrokken op basis van onvolledige of foutieve gegevens.

Landelijke Database Fysiotherapie (LDF)

Het regelmatig verzamelen van gegevens in een landelijke database levert belangrijke informatie en vergelijkingsgegevens op, die via een ‘dashboard’ worden teruggekoppeld aan de fysiotherapeut en de praktijk. Sinds 2013 beheert hiervoor een Landelijke Database Fysiotherapie (LDF). De informatie in het LDF vergroot het inzicht in het eigen handelen. Dit draagt bij aan het waarborgen van de kwaliteit van fysiotherapeutisch handelen, bevordert reflecterend leren en verbetert de zorg voor de patiënt.

Daarnaast dragen de verzamelde gegevens bij aan de positie van fysiotherapie in de gezondheidszorg, de ontwikkeling van beleid en wetenschappelijk onderzoek. Regelmatige maandelijkse aanlevering van gegevens is van essentieel belang voor de kwaliteit van de gegevens en de beoogde voordelen voor de fysiotherapeut, praktijk en beroepsgroep. Het structureel leveren van data is een vereiste volgens het Kwaliteitskader, maar er wordt niet beoordeeld of gestuurd op de inhoud ervan.

Voor het aanleveren van de gegevens meldt de praktijkhouder de praktijk eenmalig aan bij de LDF en koppelt het EPD-systeem aan de LDF. Vervolgens levert de praktijkhouder maandelijks de gegevens uit het EPD aan de LDF. Dit laatste is gedaan in slechts een paar muisklikken.

Veilig

Zorgverzekeraars kunnen niet bij de gegevensverzameling en ontvangen geen specifieke inhoudelijke gegevens die te herleiden zijn tot individuele gevallen. Wel kunnen op een samengevoegd niveau (dus niet te herleiden) statistische gegevens worden gedeeld met betrekking tot fysiotherapie.

Een reflecterende leeromgeving heeft als doel een cultuur van voortdurend leren te stimuleren. Hierbij werken (zorg)professionals samen binnen het Basispraktijkregister om van en met elkaar te leren door middel van het delen van kennis en ideeën. Hoe je dit inricht is flexibel. Interprofessioneel overleg kunnen fysiotherapeuten zelf organiseren en hoeft niet door een extern bureau gedaan te worden. Het is aan de praktijk zelf te bepalen hoe je dit wilt doen.

Belangrijke elementen zijn:

  • Uitwisseling van kennis en ideeën: binnen je praktijk of met andere praktijken, alleen met fysiotherapeuten of ook andere zorgverleners.
  • Flexibiliteit: het kan in de IOF vorm (Intercollegiaal Overleg Fysiotherapie), peer-review, intervisie, en nog meer vormen.
  • Onderwerpen: divers het kan gaan van vakinhoud, tot organisatievraagstukken tot samenwerking in de regio.
  • Coach: kun je kiezen, wel of niet! 

Binnen het Basispraktijkregister wordt niet getoetst op leervorm. Er wordt ook niet gekeken naar de inhoud of frequentie. Er wordt alleen gekeken óf de reflecterende leeromgeving gecreëerd is en op welke manier. De gekozen vorm staat vrij.

In 2024-2026 worden de georganiseerde leervormen, samen met fysiotherapeuten, geëvalueerd en, waar nodig of gewenst, doorontwikkeld. Zo zorgen we ervoor dat er voldoende passende leervormen zijn voor fysiotherapeuten om zich verder te kunnen ontwikkelen. In deze ontwikkeling wordt rekening gehouden met de diversiteit van onze beroepsgroep.

Voor de evaluatie en doorontwikkeling van huidige leervormen (IOF, peer review, intervisie) wordt het werkveld nauw betrokken. Zo worden er enquêtes en evaluaties uitgezet, worden fysiotherapeuten gevraagd in werk- of klankbordgroepen en focusgroepen, en worden fysiotherapeuten en praktijken gevraagd om deel te nemen aan pilots. Het werkveld wordt op de hoogte gehouden van de voortgang via updates op de website, in nieuwsbrieven en sociale media.

Na 2026 zullen de leervormen periodiek worden geëvalueerd en waar nodig worden doorontwikkeld.